fbpx
SDZ zet een modelbrief online voor handelaars die verplicht moeten sluiten. Zij kunnen deze brief kunnen richten aan hun verhuurder om de betaling van hun huur op te schorten!
5 november 2020

Gelet op de nieuwe sluitingsverplichting hebben veel handelaars financiële problemen waardoor ze hun huur niet kunnen betalen. De Interprofessionele Federatie voor Zelfstandige Ondernemers SDZ is van mening dat de getroffen handelaars het zogenaamde “bevel van hogerhand” of “fait du Prince” mogen inroepen om de betaling van hun huur op te schorten. De juridische dienst van de federatie heeft daarvoor ook een modelbrief opgesteld dat de handelaars aan hun verhuurder kunnen richten.

De huidige maatregelen tegen de verspreiding van het Coronavirus voorzien geen uitstel of opschorting van de huur. Die moet in principe dus door de huurder worden betaald.

De rechtspraak voorziet evenwel dat men zich kan beroepen op overmacht om zich van zijn verplichtingen te bevrijden. Zo heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat de overmacht die een van de partijen verhindert zijn verplichtingen te vervullen, de uitvoering van alle verbintenissen die voortvloeien uit het wederzijds bindend contract, opschort. De verhindering moet wel tijdelijk zijn en het contract moet opnieuw kunnen worden uitgevoerd na de overeengekomen termijn (Cass., 13 januari 1956, Pas., I, p. 460.).

SDZ is van mening dat de verplichte sluiting die door de overheid wordt opgelegd, een specifiek geval van overmacht vormt, met name overmacht omwille van een “bevel van hogerhand”, het “fait du Prince”.

SDZ wijst er wel op dat het verbod op uitbating geheel moet zijn. De opschorting van de huur is niet van toepassing op de vestigingen die nog gedeeltelijk draaien, bijvoorbeeld door een afhaal- of leveringssysteem.

Tot slot en eens het verbod geheven is, zal de huurder opnieuw zijn huur moeten betalen.

SDZ wijst erop dat om van deze mogelijkheid gebruik te maken, de getroffen huurder zijn verhuurder officieel op de hoogte zal moeten brengen en hem zal moeten vragen om de huur en de lasten van het gehuurde goed tijdens de periode van verplichte sluiting, op te schorten.

De juridische dienst van SDZ heeft een modelbrief opgesteld die de handelaars die verplicht moeten sluiten aan hun verhuurder kunnen richten. De doelstelling van deze brief is om de verhuurder op de hoogte te brengen dat de handelaar zijn huur niet kan betalen wegens de verplichte stopzetting van zijn activiteit en bijgevolg ook de opschorting van de huur en de huurlasten te vragen.

Hoewel dit argument van het “fait du Prince” perfect te verdedigen is, wijst SDZ er evenwel op dat indien de verhuurder weigert hierop in te gaan, alleen de rechter en de bevoegde rechtbanken een standpunt zullen kunnen innemen over de grondslag van de overmacht die door de huurder wordt ingeroepen.

Laatste nieuws